Ik weet niet of u daar in Nederland ook mee te maken hebt, maar in Vlaanderen word ik nu al weer twee-drie weken voortdurend gevraagd hoe de vakantie bevalt. Pijnlijk als je nog druk doende bent met vanalles af te handelen en intussen nog snel een artikel of twee bij elkaar aan het pennen bent. Maar alle berichten die deze dagen in de Vlaamse kranten staan over onderfinanciering van het wetenschappelijk onderzoek ten spijt, blijft eenieder in Vlaanderen jaar in jaar uit in de waan dat academici volledig meeleven op het ritme van de studenten, en dat dit ritme zoals vroeger voorziet in een lange vakantie tussen eind juni en half oktober. Reageren met verhalen over 'wetenschappelijk onderzoek' haalt niets uit. Zolang je niet in een witte stofjas gevaarlijke producten van het ene buisje in het andere overgiet of wreed vermoorde microben onder een microscoop legt, doe je daar niet aan. En bij de opmerking dat ik nu decaan ben, lijkt men vooral toch te denken dat het opmaken van lesroosters voor het volgende academiejaar nu toch ook weer niet zo erg kan zijn. Ik zal het maar niet aan Marjolein vertellen zeker?
Maar goed, we nemen het met de glimlach want nog negen dagen en ik ga echt met vakantie. En net zoals alle collega's in de faculteit doe ik dat niet ongeprezen. Ik verwijs natuurlijk naar de landelijke onderzoeksvisitatie. De wereldbeker hebben we nog niet binnen, maar de nationale 'competitie' hebben we toch, opnieuw, met glans gewonnen. Wel niet met gevaarlijke producten of witte stofjassen, en nog minder met microscopen, maar het verschil dat we de voorbije jaren voor de rechtswetenschap hebben gemaakt is dan ook niet microscopisch klein.
Tot eind augustus. Wat u ook waar gaat doen, geniet ervan!