donderdag 10 maart 2011

Vanaf nu word ik kort en bondig

Twee weken terug hield ik mijn 'last lecture'. Intussen is al tweemaal gebleken dat dit niet klopt. Maar dit is wel mijn - voorlopig? - laatste blog als decaan van de 'Tilburg Law School' want ik stop ermee. Neen, u hoeft niet 'oh' te roepen. Ik hoor het toch niet. En een reactie-mogelijkheid heb ik nooit gewild.
Ik zou vele goede redenen kunnen aanhalen waarom ik er mee stop. Bijvoorbeeld dat ik moet inloggen met ...@uvt.nl en dat dit dus ...@tilburguniversity.edu wordt en ik dan te veel letters moet typen. Of omdat niemand het leest want iedereen parkeert nog altijd zijn karretje straal in het midden. Of omdat ik binnenkort begin te tweeten (dat is iets doen op twitter.com) omdat Han Somsen zo blij lijkt dat hij dat ook mag gaan doen. Of omdat Jonathan nu veel interessantere verhalen kan bloggen uit Sydney en ik niet veel meer reis dus daar niet tegenop kan.
Maar de waarheid is gewoon dat de inspiratie 'in dit genre' een beetje op is en het dus tijd is voor iets anders. Twitter. Daarbij beloof ik niet dat ik meer zal tweeten dan ik blogde, maar wel dat ik beknopter zal zijn.
Zo, dan rest mijn niets dan de hoop uit te spreken dat u enig plezier aan mijn blogs hebt beleefd. Indien niet, dan is dat niet erg. Ik heb er vaak plezier aan beleefd.

donderdag 10 februari 2011

Nel mezzo del cammin di nostra vita

Deze middag aan het begin van de vergadering van het Faculteitsbestuur vroeg Mat van Essen me waarom ik er mee zou ophouden. Voor hem lag de laatste editie van 'Univers' met daarin de aankondiging dat ik op 24 februari mijn 'last lecture' geef in DZ01.
Dat klopt, maar hopelijk ook niet natuurlijk. Ik heb liever iets in de zin van de laatste van de eerste helft - maar dat klinkt niet natuurlijk.
De 'last lecture' is een idee van 'Extra muros', de vereniging van de studenten 'Liberal arts'. Er zit een beetje een luguber - nou ja, een beetje? - tintje aan want de inspiratie komt van een Amerikaanse professor die gehoord had dat hij nog 4 maanden te leven had en die dus echt zijn 'last lecture' heeft gehouden. Ontdaan van deze dramatische omstandigheden blijft daarvan over dat aan een docent wordt gevraagd om een college te geven met als insteek: 'Als u nu zou weten dat dit je laatste college is, welke boodschap wil u dan meegeven aan je studenten'.
Mijn voorgangers, waaronder ook onze Willem Witteveen, hadden zoveel te vertellen dat de 'last lecture' intussen is uitgegroeid tot een groot gebeuren, met veel aandacht, publiek, 'life streaming' - schijnt te betekenen dat u kunt volgen vanop uw kamer - en zelfs pers.
Jammer genoeg kom ik niet veel verder dan de gedachte dat ik hoop dat ik tijdens mijn 'last lecture' niets meer te zeggen heb omdat ik me al een leven lang ten volle heb gegeven. Maar dan kan ik best anderhalf uur over praten. En wat mooie verhaaltjes over verzinnen.
Komt u dus vooral luisteren, dan hoort u 'My seven stories of wisdom'. En vragen stellen, dat mag ook. En borrelen daarna. Donderdag 24 februari, 14.00 uur, DZ 01.

vrijdag 21 januari 2011

Academisering met de glimlach

Gisteren vond de Facultaire Onderwijsdag plaats in Goirle. De hele dag debatteerde een kleine 100 collega's en studenten over de vraag hoe wij onze hervormde juridische bacheloropleidingen de komende jaren meer academisch kunnen maken. Voor de gelegenheid was de decaan van de rechtenfaculteit van de Katholieke Universiteit Portugal in Lissabon, Luis Fabrica, naar Tilburg afgekomen. In zijn faculteit, die rustig een van de meest innovatieve en internationale van het Iberische schiereiland mag worden genoemd, voerde hij de voorbije jaren een grondige onderwijshervorming door waarmee de faculteit zich uit een diepe crisis wist te tillen. In zijn toespraak wees hij op de sterkten en de zwakten van zijn faculteit en zijn eigen beleid. Zijn eerlijk recht-toe-recht-aan verhaal was meteen een goede opzet voor de discussie.
Voor het Faculteitsbestuur was dit een leerrijke dag. We hebben heel wat nieuwe ideeën genoteerd, maar vooral ook het enthousiasme opgemerkt van onze docenten voor het onderwijs, en het brede draagvlak dat bestaat om onze onderwijsambities scherper te stellen. Wie twee academici samen zet, heeft natuurlijk meteen twee opinies, en als het juristen zijn drie, maar toch viel op dat er over een aantal basisaannames grote consensus bestaat. Ik som er een paar op: studenten zijn van nature positief ingesteld en graag bereid tot leren, maar om de een of andere reden slagen we er met zijn allen - docenten en studenten - niet voldoende in om dat tijdens de bachelorjaren om te zetten in positieve betrokkenheid; academisering betekent vooral dat we onze studenten kritisch en zelfstandig leren nadenken; kennis en inzicht van en in het positieve recht bijbrengen blijft onze kerntaak maar is niet meer voldoende. Het is nodig om te internationaliseren en studenten te leren van buiten uit over het recht te reflecteren. Dit 'bijstapelen' is geen 'zero sum game' want als studenten nu 28 uur werken is er ruimte om te verzwaren, maar ook en vooral kunnen we door onderwijs meer als een wederzijdse actieve interactie tussen studenten en docenten te organiseren binnen hetzelfde aantal uren meer resultaat bereiken ook. Tenslotte bleek ook duidelijk het draagvlak om meer vak- en vakgroepoverschrijdende samen te werken, te coördineren maar ook te beslissen. Zoals Ger van der Sangen het zijn: de vrijheid van docenten en departementen slaat op de inhoud, niet op vorm - de manier waarop we het onderwijs organiseren.
Tenslotte leerde ik nog iets. 's Avonds tijdens een diner vroeg Stavros Zouridis aan onze gast wat hij vond van onze faculteit. Hij stelde dat wat hem het meest was opgevallen dat er zoveel gelachen was. Of hoe een goede sfeer tot in het buitenland een onderscheidende kwaliteit is.

woensdag 12 januari 2011

De rust is weer voorbij

De vrede Kerstperiode is weer voorbije ne het nieuwe jaar is intussen goed en wel gestart. Zelfs de late vakantiegangers - waaronder 'yours truly' - zijn al een paar dagen terug, de borrels zijn grotendeels achter de smaakpapillen verdwenen en het 'beste wensen' klinkt steeds zeldzamer en haastiger geroepen door de corridors van gebouw M. Maar het is nog niet te laat voor mij om u allen - aan wie ik dat nog niet op een ander moment deed - ook het allerbeste toe te wensen voor 2011. Moge het een bron van vele goede herinneringen worden, om het met de insteek van de historicus te zeggen.
Het nieuwe jaar brengt voor onze Faculteit ook een grondig herschikt bestuur. Zoals u weet hebben we eind 2010 onze beide vice-decanen, Theo de Roos en Jonathan Verschuuren uitgezwaaid. Per 1 januari zijn dan Stavros Zouridis (onderwijs) en Han Somsen (onderzoek) aangetreden. Voor Stavros is de overgang wat geleidelijker gegaan omdat hij al sinds september voor 1 dag per week een deel van het takenpakket van de vicedecaan onderwijs op zich had genomen.
Met Stavros en Han komen twee mensen met frisse ideeën, groot enthousiasme en tegelijk heel wat bestuurlijke ervaring in het Faculteitsbestuur. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik mijn laatste twee jaar als decaan met een prima ploeg zal kunnen verder werken. Al besef ik ook dat er door deze vervanging een bepaald evenwicht uit het bestuur is gehaald. Immers, de voorbije tweeënhalf jaar zat tegenover de wat - zullen we het exuberante noemen? - Theo, Mat enne, ja, yours truly, nog altijd de rustige en bedachtzame Jonathan ... Wel, laat me zeggen, het worden boeiende bestuursvergaderingen. Maar ik beklaag de secretaris van het bestuur. Enfin, eenmalig, als goed voornemen voor 2011.

vrijdag 24 december 2010

We ronden het jaar niet af zonder goed nieuws

Ik had u nog goed nieuws beloofd voor vandaag. En dat is er: vanaf 1 april 2011 keert Ernst Hirsch Ballin terug naar onze faculteit. Ernst Hirsch Ballin werd al in 1981 voor het eerst hoogleraar, toen op de leerstoel Staats- en Bestuursrecht, hoogleraar aan de Tilburgse rechtenfaculteit. Na zijn eerste periode als Minister van Justitie keerde hij in 1994 terug naar de faculteit, toen als hoogleraar Internationaal Recht, wat hij bleef tot zijn herintrede in de regering in 2006. Ernst geldt als een van de meest vooraanstaande specialisten in Nederland van het staats- en bestuursrecht. In onze faculteit stond hij mee aan de wieg van talrijke initiatieven en ontwikkelingen, en daarmee was hij mee verantwoordelijk voor de groei en bloei van onze faculteit. Ernst Hirsch Ballin wordt vanaf 1 april hoogleraar Nederlands en Europees Constitutioneel Recht bij het nieuwe Departement Publiekrecht, Encyclopedie en Rechtsgeschiedenis (PER). Voor de nieuwe groep en de nieuwe onderzoeksprogramma's van PER betekent de terugkeer van Ernst een belangrijke versterking die bovendien op een goed moment komt. Uit het gesprek dat ik met hem had spraken bij Ernst de ambitie en het enthousiasme om een nieuw mooi hoofdstuk mee te helpen schrijven in het boek van de geschiedenis van onze faculteit.

donderdag 23 december 2010

Lachend het jaar uit (with a small cliffhanger)

Deze middag zijn we met het faculteitsbestuur, aangevuld met Heleen Celen, student-adviseur bij het Onderwijsberaad en Hein Coppes, gaan eten. Dat doen we niet vaak, maar er was dit keer meer dan goede reden toe. De lunch gold als verlaat en tegelijk vervroegd afscheidsdiner van een paar leden van het bestuur. Verlaat voor Irene De Boer, die de vorige twee academiejaren student-adviseur van het bestuur was. Zij had erop gestaan dat het in september geplande diner werd uitgesteld omwille van mijn afwezigheid - toen wel te verstaan, niet nu. Dat apprecieer ik zeer. Ik heb de inbreng van Irene in het bestuur altijd erg gewaardeerd en heb er veel aan gehad. Bovendien hadden wij, zoals met alle collega's in het bestuur, een uitstekende samenwerking en was de sfeer altijd prettig.
Vervroegd voor de twee andere 'feestvarkens', omdat het natuurlijk een uitgebreid en langdurig diner had moeten zijn, à la Belge, maar daarvoor was geen moment meer te prikken in de agenda's. Dus maar een lunch. Wat natuurlijk goed is voor het krappe faculteitsbudget.
Die 'met-voor-een-lid-van-het-bestuur-niet-eetbare-dieren-vergeleken andere feestelingen' waren natuurlijk onze beide vice-decanen, Theo de Roos en Jonathan Verschuuren. Theo en Jonathan nemen na respectievelijk 31 en 36 maanden dienst afscheid. Theo gaat iets vroeger dan aanvankelijk gepland weg omdat hij raadsheer wordt in het Hof Den Bosch. Voor Jonathan zit zijn termijn van drie jaar er helemaal op.
Ik denk dat we mogen zeggen dat we met dit bestuur de voorbije jaren heel wat werk hebben mogen verzetten. Het is hier niet de plaats om daar diep op in te gaan maar ik roep gewoon wat dingen: het strategisch plan, het nieuwe financierings- en beoordelingssysteem onderzoek, het nieuwe aio-contract en de hertekening van de facultaire promovendipool, de redesign bachelor, het begin van de academiseringsdiscussie, de onderzoeksvisitatie, de onderwijs mid term review en accreditatie, een versnelling in de internationalisering, een verjonging in het hooglerarenbestand, en dit allemaal onder een saus van begrotingsdiscipline. Je kan daar nog veel aan toevoegen, maar een ding is zeker: zonder het harde werk van onder meer Jonathan en Theo en zonder de uitstekende sfeer van samenwerking en vertrouwen die er heerst, had dit allemaal niet gekund. Voor het overige zal ik hier niet veel meer weggeven over de beide heren. U kent hen, en ik heb hen vorige week op de Kerstborrel uitgebreid toegesproken. Maar ik wil dit nog meegeven: ondanks het harde werk en het vaak hektische ritme waaronder zo'n bestuur werkt, we hebben toch ook veel gelachen. En daar zit het feit dat beide vice-decanen allebei de belangrijkste twee kwaliteiten van een bestuurder hebben voor veel tussen, met name humor en optimisme.
Intussen wens ik u allen fijne kerstdagen en een jaar waarin u die kwaliteiten ook mag hebben en er ten volle van mag genieten bij anderen. En dat u er reden toe hebt.
En oh ja, er is nog een bijzondere reden tot optimisme voor het nieuwe jaar in onze faculteit. Maar die vertel ik u morgen pas.

dinsdag 21 december 2010

De wereld in

U hebt het wellicht al gezien, op de nieuwe webpagina van onze faculteit is sinds enkele dagen de link naar mijn blog weer verschenen. Daarmee heb ik dan toch mijn eigen blog in snelheid kunnen nemen.
Een paar dagen voordien ben ik immers terug op de decaansstoel geland, al zit ik daar in de praktijk weinig op en loop ik er meer in de buurt van rond ... Nochtans zou dat moeten. Zoals dat met Pfeiffer gaat, moet en wil ik het nog een (onbepaalde) tijd wat rustiger aan doen en het aantal uren wat beperken - dichter bij de officiële 40 dan voorheen het geval was en voor velen van ons het geval is. Op zich is dat geen kwalijke zaak. Het is, laat ons positief blijven, een kans om meer te focussen en de efficiëntie op te drijven. Het schijnt dat dit altijd beter kan. Maar tussen droom en daad staat de realiteit van een overvolle agenda.
Maar niet geklaagd, het geeft een goed gevoel om weer in Tilburg, tussen de collega's, en in de wereld van elke dag te staan. En bij mijn terugkeer op het decanaat hoort natuurlijk het prettig weerzien met een aantal van de leuke kanten van de baan, de 'perks of the job'. Een ervan is het mogen meemaken en het 'pro rectore' voorzitten van doctoraatsverdedigingen. Gisteren stonden er twee van onze promovendi in de aula.
Junwei Fu verdedigde gisteren zijn studie over het Europese en Chinese contractenrecht. Junwei, die uit China afkomstig is, werkte de voorbije drie jaar onder leiding van Jan Vranken en zijn tweede buitenlandse promotoren aan een vergelijkende studie over de autonomie van contractspartijen in het recht van zijn land en het Europees privaatrecht. Junwei is een brok energie die erin slaagde zijn werk binnen drie jaar af te ronden. Zijn Chinese afkomst en zijn kennis van de taal en de rechtscultuur enerzijds en zijn langdurige aanwezigheid in het Westen anderzijds plaatsen hem in de nog steeds vrij unieke positie om beide rechtsculturen te begrijpen en met elkaar te confronteren. Zijn binnen het Departement Privaatrecht zowat spreekwoordelijke werkkracht is ervoor verantwoordelijk dat hij op 26 jaar al een indrukwekkend parcours heeft doorlopen op drie continenten, in China, in Amerika en in Nederland.
Na Junwei stond Klaas Dijhoff in de aula, gewezen aio bij Rechtsgeschiedenis maar nu lid van de 2de Kamer. Bij deze promotie hoefde niemand 'pro rectore' optreden, de rector deed het zelf. Willem van Genugten en ik flankeerden hem als promotoren.
Klaas heeft een proefschrift geschreven over de relatie tussen wapentechnologie, oorlogvoering en oorlogsrecht. In zijn boek maakt hij een analyse van de interactie tussen deze drie grootheden en van de uitdagingen die technologische vernieuwingen stellen voor het oorlogsrecht. Van Klaas en zijn boek is waar wat men zegt over een baas en zijn hond: ze zijn met de jaren steeds beter op elkaar gaan lijken, maar in dit geval is het wel duidelijk wie van de twee daarvoor verantwoordelijk is. Het boek van Klaas is vlot geschreven en leest eigenlijk meer als een groot essay dan als een klassiek proefschrift. Het zit vol met ideeën en krachtige beeldspraak die deze ideeën tot leven brengen. Maar onder deze vlotte stijl zit ook een scherpe analyse en een uitgebreide bronnenstudie die Klaas heeft toegelaten in het oorlogsrecht een aantal inherente dilemma's te definiëren die de relatie tot technologie mee bepalen.
Bij al het jonge geweld van de twee spraakwatervallen die gisteren in de aula stonden, schoot er me nog een kleine gedachte door het hoofd. Hoe verschillende deze twee jonge doctors zijn, ze hebben een ding gemeen. Hij zijn twee voorbeelden van een generatie voor wie de wereld het echte referentiekader is en wellicht nog meer zal worden, en die in Tilburg een stuk van de weg naar die wereld hebben gevonden.