maandag 21 juni 2010

Over oranje en Vlaamse leeuwenmanen

Gedurende een paar uur was het een bevreemdende ervaring. Heel veel opmerkingen over mijn kledij krijg ik niet in onze faculteit dus deed het vreemd aan dat vorige maandag wel tien mensen iets zeiden over mijn das. Ik had die ochtend lang gezocht naar een das die enigszins paste bij mijn nieuwe overhemd en dat die oranje was nou, daar had ik nog wel iets over gevonden. Ik vond het wel passend als teken van solidariteit met de Vlaamse christen-democraten die de dag ervoor bij de Belgische verkiezingen een Balkenendetje hadden gedaan. En zo mocht ik me een dag baden in positieve reacties en een zichtbaar groeiende populariteit in ons gebouw. Ik beloof nu trouw te supporteren tot na de finale.
Over verkiezingen gesproken. De voorbije dagen las ik wat meer in buitenlandse en Nederlandse kranten dan andere. Ik moet zeggen dat voor een Vlaming de duiding van de verkiezingsuitslag in België daarbij bevreemdend overkomt. Bijna alle redacties nemen vrij kritiekloos de lijn van de Franstalige Belgische kranten over als het gaat over de Vlaamse overwinnaar van de verkiezingen, N-VA. Dat dit gebeurt in landen als Frankrijk, Spanje en Groot-Brittannië mag vrij normaal heten; men leest er immers Frans en geen Nederlands. Maar van Nederlandse journalisten mag men toch wat meer nuance verwachten.
Vrij algemeen wordt de verkiezingsuitslag in Vlaanderen als een 'ruk naar rechts' gelezen. De N-VA wordt daarbij neergezet als een staatsgevaarlijke, separatistische partij, met volgens bijvoorbeeld 'El Pais', xenofobe ondertoon. Buiten Nederland, en ook een beetje erbinnen, zijn de vergelijkingen met de PVV niet van de lucht.
Nu ben ik niet bij de 31,4 % van de Vlamingen die voor deze partij stemden, maar tot enige rechtzetting voel ik me toch wel verplicht. Van een ruk naar rechts was op 13 juni in Vlaanderen geen sprake. In tegendeel, ruim 10 % van de kiezers lieten het extreem-rechtse Vlaams Belang en de rechts-populistische LDD in de steek en ruilden die voor N-VA. In de mate dat N-VA een centrum, hooguit centrum-rechtse partij is, is dit dus een ruks naar het centrum. Het is zonder meer zo dat N-VA streeft naar Vlaamse onafhankelijkheid - dat is op zicht links noch rechts -, maar niet meteen en niet ten koste van alles. De partij is bereid binnen de Belgische context te blijven werken, en zou, zoals nu ook in Franstalig België wordt erkend, wel eens dé laatste kans kunnen bieden om België zo te hervormen - met meer autonomie voor de regio's - dat het land een nieuwe overlevingskans krijgt. Of dat zo uitkomt, valt nog te bezien, maar het is duidelijk dat de partijleider, Bart De Wever, niet van plan is zich in avonturen te storten in deze moeilijke tijden. Misschien moeten de buitenlandse journalisten de Franstalige pers nu maar blijven volgen.
Bij al het voetbal- en electoraal geweld van de voorbije weken, zouden we nog vergeten dat er ook nog problemen zijn zoals stalking. Over dit onderwerp verdedigde Suzan van der Aa vrijdag voor acht dagen haar proefschrift in onze aula. Suzan komt uit de eerste lichting aio's van Intervict; zij is intussen de vijfde die haar grote werk kon afronden. Haar proefschrift is een baanbrekende studie geworden over het fenomeen van de belaging, of stalking. Het is een mooi voorbeeld van echt geïntegreerd interdisciplinair onderzoek waarin zij de waarde van de formele juridische instrumenten toetst aan de praktijk en daarbij gebruik maakt van de inzichten van andere wetenschappen zoals de pyschologie. Tijdens haar verdediging toonde Suzan een perfecte beheersing van het onderwerp. Met grote zelfzekerheid en humor wist ze zich staande te houden onder het spervuur van de examencommissie. Als faculteit mogen we blij zijn dat Suzan als universitair docent binnen onze muren blijft werken. Ik vraag me trouwens af of zij opmerkingen heeft gekregen maandag als de zon een oranje schijn geeft aan haar haren? Tenslotte was mijn das, voor zij die van dicht keken, ook eerder roodbruin dan oranje.