vrijdag 26 maart 2010

Sustainable legal education

Deze ochtend mocht ik namens de Faculteit een kort welkomstwoord uitspreken in het Willem II-stadion op de al weer 11de Juridische Bedrijvendagen Tilburg, georganiseerd door Magister. De Juridische Bedrijvendagen behoren intussen zowat tot het 'vast meubilair' van de faculteit en vormen één van de mooie tradities.
Zoals iemand me onlangs zei zijn er in het leven vier belangrijke dingen die het verschil maken tussen geluk en ongeluk: liefde, gezondheid, woonst en werk. Als dat waar is, dan is de stap naar de arbeidsmarkt één van de belangrijke, levensbepalende momenten in een jong leven. Het is daarom ook goed dat Magister én het juridische bedrijfsleven zoveel investeren in deze stap.
Vandaag stellen we vast, tegen de achtergrond van de crisis, dat steeds meer mensen ervoor kiezen om te studeren, en om langer te studeren. In juridisch Nederland uit zich dit in een grotere instroom in de bachelor, een grotere zij-instroom in de HBO en een grotere instroom in de master. Dit laatste vaak omdat studenten een tweede master gaan volgen. Daardoor verlengt de formele studieduur van 4 to 5 jaar, en komt ze wat dichter bij wat in vele andere Europese landen de norm is.
De vraag stelt zich of dit een goede ontwikkeling is. Mijns inziens is er veel te zeggen voor een verlenging van de universitaire juridische vorming tot 5 jaar. Maar ik zou er niet zozeer voorstander van zijn dit te doen door nog een langere specialisatiefase aan het eind van de studie in te bouwen. Omgekeerd denk ik dat we juist meer algemene vorming, in het recht én buiten het recht, moeten inbouwen in de opleiding. Dit kan dan aan het begin, of verspreid over de opleiding. Liever dan nog wat rechtsvakken bij moeten we extra-ruimte claimen voor vakken als economie, filosofie, geschiedenis, politologie, pyschologie of sociologie.
Een specialisatie in het recht aan het eind van de opleiding is belangrijk om een vlotte toegang tot de arbeidsmarkt te verzekeren. Een gespecialiseerde master kan zeker een goed toegangskaartje tot de arbeidsmarkt zijn. Maar even belangrijk, zo niet belangrijker, is dat er daaraan een brede intellectuele en juridische vorming voorafgaat. We leven in een tijd van toenemende beroepsmobiliteit en steeds snellere maatschappelijke veranderingen. Die twee dingen samen betekenen dat vele van onze oud-studenten in hun carrière van straks 45-50 jaar met takken en systemen van recht in aanraking zullen komen waarin ze niet zijn gespecialiseerd aan de unief, of die vandaag nog niet eens bestaan. Juist daarom is het belangrijk het algemeen vormende karakter van onze opleiding te versterken. Dat is de kern van een 'sustainable legal education', meer dan het verwerven van een tweede specialisatie tijdens de studie.