donderdag 25 februari 2010

Le choque des idées, des cultures et des voitures

De teleurstelling was groot deze morgen. Toen ik rond 9 uur na een lange en vermoeiende rit uit de 'Auberge du Bonheur' de parkeergarage onder Gebouw M inzwaaide, had ik verwacht mijn uit de kluiten gewassen statussymbool vlot op een parkeerplaats te kunnen zwieren. Dat viel dus tegen, de parkeergarage stond al vol, of beter 1/3de vol.
Degenen onder u die met de wagen komen, of zelfs fietsers die hun stalen ros naast de garage parkeren, zullen het ongetwijfeld ook al hebben gezien. Als de parkeergarage 1/3de vol staat, is ze voor zij die met een grote wagen rijden ook vol. De ruimte tussen twee zuilen die door een al te optimitische binnenparkeergaragearchitect voor drie wagens is voorzien, is eigenlijk maar geschikt voor drie wagentjes, tenzij je spreekt over chauffeurs die echt goed kunnen rijden.
Misschien denkt u dat ik dat aan de in België spreekwoordelijke Nederlandse zuinigheid wijd. Niets van aan. Na 11 jaar Tilburg weet ik al dat de calvinistische winden die uit het noorden komen waaien niet opkunnen tegen de warme gloed van het gezellige, ietwat anarchistische Vlaanderen die uit het zuiden komt stralen.
Neen, in feite is het een kwestie van verkeerde inschatting vanwege de eerder genoemde binnenparkeergaragearchitect. De man, of vrouw - zij het dat ik hier zeker geen clichés over parkeren wil verbinden aan die laatste nuancering - moet gedacht hebben: dit is een parking voor academici, bijgevolg rijden ze allemaal met kleine wagentjes, want:
- ze zijn arm
- ze zijn te druk om een gezin te hebben en dus een gezinswagen
- ze zijn ecologisch bekommerd
- en rijden dus met een aftands of juist splinternieuw ecologisch rijdend Fiatje
- en als ze dat allemaal niet zijn dan zijn ze op een leeftijd waarop ze eerder aan een sportmodel of een opgedirkte Smart denken.
Goed gedacht, ware het niet voor één ding: de invasie der Belgen. Ik weet niet of u dit historisch perspectief met me deelt, maar uit een empirische studie van 11 jaar ver heb ik het volgende geconcludeerd. Naarmate het aantal Belgen - en Nederbelgen - aan de faculteit is gestegen, is het wagenpark ook in omvang (per wagen) gegroeid. Hoe komt dat? Omdat auto's voor Belgen zijn als huizen: hoe groter het huis, hoe groter ..., neen niet hoe groter het ego, hoe groter het confort, de luxe. Voor een Belg is zijn of haar auto het verlengstuk van zijn of haar woonkamer, of andere geliefde ruimte. Een Belgische aio had het ooit erg toepasselijk over 'haar restaurant'.
Hoe dan ook, wat ook de verklaring, er is duidelijk een inspirerende werking geweest op de Nederlandse collega's. Bijgevolg zitten we nu met de gebakken peren.
Een oplossing die onze parking 3/3 vol krijgt is er wellicht niet. Maar na lang beraad in het Faculteitsbestuur (dat vanmorgen nog moet plaatsgrijpen) zullen we zeker een oplossing vinden die ons 2/3 bezetting oplevert.
Wat dacht u namelijk van het volgende? Stel u eens voor. Morgen, neen niet vrijdag want dan doet u dat wellicht niet, maandag komt u met veel stijl de parkeergarage inrijden, 's morgens vroeg wanneer die nog bijna leeg is. Naar gewoonte maneuvreert u uw vehikel naar het middelste plaatstje tussen twee palen. Wat als u dat nu eens niet deed, en u op het linkse, of indien u in de week van de gemeenteraadsverkiezingen zo geïnclineerd bent, op het rechtse plaatsje zou zetten. Als iedereen dat doet dan kunnen de grote auto's 2/3 plaatsen innemen. Als de mensen met de kleine wagentjes dan wat later willen komen, kunnen zijn gemakkelijk in het midden en via het open dank of de kofferruimte naar buiten kruipen.
Want zo was het bedoeld: 100 % bezetting. Laat het ons eens proberen; het kan toch niet zo moeilijk zijn als een wijnkoelkast 100 % vullen.