woensdag 16 december 2009

Felix dies

Dit jaar zijn aan onze Faculteit 20 proefschriften verdedigd. Dat is geen record, maar het is wel een hoog cijfer - vier meer dan het jaar voordien - en daarmee blijft onze Faculteit kwantitatief één van de koplopers in Nederlanders. Belangrijker nog is dat dit hoge aantal zeker niet wordt bereikt door een kwalitatieve nivellering naar beneden. Ik zou durven zeggen: wel integendeel. Na anderhalf jaar als decaan promoties van dicht bij te hebben opgevolgd durf ik zonder meer zeggen dat de kwaliteit van de proefschriften die we afleveren, en het intellectuele niveau van zij die ze schrijven erg hoog is en zelfs stijgt. Niet voor niets behaalden dit jaar drie doctores het iudicium 'cum laude' met vlag en wimpel, en daarnaast waren er zeker nog wat proefschriften die er niet ver af zaten. De investering in de research master, de goede begeleiding van onze promotores, de inspanningen die vanuit de onderzoeksgroepen worden geleverd en de brede werving werpen hun vruchten af.
De laatste in het rijtje van 20 mocht vandaag de doctorsbul ontvangen. Felix Ndahinda is de tweede van de 'intervici's' die aan het begin van het 5de jaar dat het instituut bestaat in de aula kwam. Felix is in Congo geboren en in Rwanda opgegroeid. In Rwanda en tijdens zijn studies in Zweden kwam hij in contact met Anne-Marie de Brouwer, Rianne Letschert en Willem van Genugten die hem naar Tilburg en Intervict haalden. En daar hebben zij, de laatste twee in hun rol als co-promotor en promotor, en de vele collegae in de Faculteit die Felix kennen zeker geen spijt van gehad.
Felix heeft een opmerkelijk boek geschreven over 'Indigenousness in Africa' - het kunnen uitspreken van dat woord verdient al bijna een doctorstitel -, een breed opgezette studie over de positie van gemarginaliseerde ethnische en culturele gemeenschappen en de middelen, onder meer juridische, om hun positie te versterken. Met dit boek bewijst Felix niet alleen dat hij een echte intellectueel is en een geboren wetenschapper. Op een heel genuanceerde en goed onderbouwde manier slaagt Felix erin de complexe problematiek van 'indigenous people' in Afrika uiteen te zetten, te contextualiseren en problematiseren. Voor een man voor wie dit onderwerp geen abstracte theorie is, mag dit al een getuigenis van grote academische ernst en talent worden genoemd. Maar bij al die academische objectiviteit verliest Felix nooit het onderliggend belang van de fundamentele waarden van menselijkheid, die het uiteindelijke doel van dit soort wetenschap moeten zijn, uit het oog. Zoals meerdere leden van de commissie benadrukten, dit is een grote aanwinst voor het vakgebied.
Wie Felix kent, weet dat de verdediging een plezier was voor het oog en het oor. Rustig, altijd vriendelijk, lachend en charmant, en met veel gevoel voor diplomatie verdedigde hij zich en zijn theses. Zijn promotor had het over de kracht van zijn 'body language'. Die is alleen maar zo mooi om te zien omdat ze matcht met de kracht van zijn intellect en zijn persoonlijkheid. Een mooie afsluiter voor een mooi jaar.