Onder de academische zittingen die ik als decaan mocht meemaken was die van vorige donderdag 10 december wel een heel bijzondere. Op die dag kreeg onze collega Cyrille Fijnaut een eredoctoraat uitgereikt aan de Universiteit Gent.
Een eredoctoraat vormt, zoals Cyrille in zijn dankwoord terecht zei, zowat de hoogste vorm van erkenning die een academicus van zijn vakgenoten kan krijgen. Als vorm van 'peer review' kan het inderdaad tellen. En onder de eredoctoraten is er dan ook nog een hiërarchie. Waar een facultaire eredoctoraat al erg mooi is, staat eentje toegekend door een universiteit toch nog weer eentje hoger. Voor Cyrille Fijnaut, die zijn hele carrière lang actief is geweest in en tussen België en Nederland is de toekenning door die andere grote Vlaamse universiteit, naast 'zijn' K.U. Leuven wellicht het mooiste en meest toepasselijke wat hem kon overkomen.
Daar in de aula van de Universiteit Gent was trouwens een indrukwekkend gezelschap samengekomen om Cyrille te vieren. Onder de koepel van de grote aula zaten diverse zittende en gewezen ministers, ministers van staat, gouverneurs, burgemeesters, magistraten, hoogleraren, politie-officieren uit België en Nederland. De samenstelling van het publiek was als het ware een beknopte biografie en getuigde van de diversiteit en het wetenschappelijke en maatschappelijke belang van Cyrille Fijnaut voor de lage landen, en daarbuiten. En in de toespraken, door de rector van Gent, de Nederlandse minister van justitie Hirsch Balin en Cyrille zelf viel de naam Tilburg talloze malen. Cyrille Fijnaut heeft ons, zeker niet voor de laatste keer, trots gemaakt.