In vele hotelkamers in de wereld prijken aan de muren prenten en foto’s van vreemde verre oorden. Niet zo in de kamer waar ik dit zit in te tikken. Vanuit mijn linkerooghoek zie ik een foto van de Copacabana in Rio in de jaren ‘30. Achter me hangt een 360° foto van hetzelfde strand en rechts door het raam zie ik de realiteit. En ik kan u verzekeren, die doet niet onder voor de foto’s.
Terwijl u geniet van de laatste momenten van een ongetwijfeld herfstige dito-vakantie in de lage landen, ben ik al een week op stap met een delegatie van de universiteit onder leiding van de rector in Latijns-Amerika. Doel van onze tocht is het aanhalen van de banden met een aantal van onze bestaande universitaire partners en het sluiten van nieuwe samenwerkingsovereenkomsten, dit in twee van de meest dynamische groeilanden van de regio, Chili en Brazilië.
Ik zal u hier niet verblijden met de lange lijst van onze goede contacten en successen – daarvoor verwijs ik u graag naar het weblog van de rector. Liever geef ik u een paar elementen mee waardoor u zich een beeld kan vormen van een dergelijke onderneming.
Ten nulde, ik kan u geen toeristische informatie geven. Tot nog toe ontbrak de tijd om aan enige ‘fact finding’ te doen. Jammer, want zo vaak passeer ik hier ook weer niet.
Ten eerste zijn er de acteurs. Ons gezelschap is dit keer erg internationaal samengesteld. Het bestaat uit twee Nederlanders – Philip Eijlander en Leon Oerlemans (FSW) –, een Co(lo)mbiAmerikaaNederlandse – Sandra Rincon (Internationale Alumni) – twee Nederbelgen – Petra Bergsma (International Office) en Willem Buijing (FEB) – en dan de twee Vlaamse leeuwen, bekend van de heldhaftigheid waarmee ze na de lunch tijdens de powerpoint-presentaties (u weet wel, no power, no point) de strijd met de vermoeidheid volhouden – Fons Maes (FGW) en uw dienaar. Ik schreef acteurs, maar eigenlijk is ‘stand up comedians’ een betere omschrijving. Het zal hun respectievelijke decanen en collega’s en misschien ook studenten verbazen, maar Tilburg heeft al veel talent gekost aan de showbusiness.
Ten tweede zijn er de studenten. ‘Human capital’ is het toverwoord wat je hier overal hoort en leest. Landen als Chili en Brazilië hebben de opleiding, ook in het buitenland, van hun talentrijke jongeren als één van hun topprioriteiten en vinden Nederland een goed land om mee samen te werken. Van onze kant is het belangrijk dat wij onze studenten de kans geven naar deze landen te komen, of bij ons met mensen van de groeilanden in contact te komen. Het is de manier om door de mentale grenzen van ‘fortress Europe’ te breken. En dat zoiets werelden blijvend bij elkaar brengt mochten we woensdagavond in Sao Paulo beleven. Die avond was de hele Tilburgse delegatie uitgenodigd in het restaurant hartje stad van de ouders van Gabriela, Marcos en Jolanda, die alle drie in Tilburg studeerden of studeren. En zo zaten we daar, met een steeds groeiend gezelschap rond de tafel in een typisch Braziliaans familierestaurant te genieten. Gabriela en familie hebben wel een standaard gezet qua ontvangst van hun oud-professoren, moet ik zeggen. Daarna gingen we nog naar een trendy bar om te praten met een tiental studenten die erover nadenken naar Tilburg te komen. Het was verfrissend te spreken met deze jonge mensen over hun hoop, hun verwachtingen, hun dromen en de enorme betekenis die het voor hen heeft te kunnen studeren, en te zien met hoeveel enthousiasme onze alumna Gabriela zieltjes won voor ‘haar’ Tilburg.
Ten derde zijn er aardbeien. Ik wil daarmee niet beweren dat dit het enige voedsel is wat we hier hebben verorberd en dat vermeldenswaard is; dat gelooft u toch niet. En het zou onrecht aandoen aan het hierboven vermelde restaurant, en aan de vele varkentjes en koetjes die hier lachend mijn bordje zijn ingestapt. Maar aardbeien is het enige wat mijn goede collega en landgenoot Maes had gevonden in Santiago de Chile om de 130.000 pesos die hij per vergissing uit de muur had gehaald aan te spenderen in de weinige vrije tijd die we hadden. Als u dus volgende week iets leest over een grote vangst illegale aardbeienjam op de luchthaven van Charles de Gaulle in Parijs, dan weet u hoe dat komt. In het andere geval, probeer bij Fons een potje te bemachtigen, het zal u niet spijten (richt u tot: Maes@uvt.nl). Maar misschien ruilt hij hier wel een paar potjes voor een zwembroek.
Intussen zie ik dat het tijd is om te gaan eten in de Skylab bar op de 30ste verdieping, met zicht op de oceaan. Het stond niet in het programma, maar we doen dat er graag ‘on top of’ bij.