Vorige donderdag mocht ik nog eens naar het buitenland, maar dan wel één dat voor mij binnenland is - hoewel. Naar jaarlijkse gewoonte vond de 'besturendag' plaats. Dat is een dag voor alle bestuursleden van de diverse studenten- en studieverenigingen - een mystiek onderscheid dat mij nooit helemaal duidelijk is geworden - het College van Bestuur en de decanen. Ik maakte er al eerder ééntje mee, niet als decaan maar als spreker. Toen was de vraag aan mij om iets over Grotius te zeggen in Slot Loevenstein, u weet wel dat kasteel waar hij ooit een jaartje verplicht sabbatical had en en boek schreef over 'Hollandsche Rechtsgeleertheit'.
Deze keer ging de tocht naar Antwerpen... Inderdaad, het is onvoorstelbaar wat ze de twee Brugse decanen Adelbert Denaux en uw dienaar durven aandoen. Niettemin werd het een mooie dag. Op het programma stond eerst een discussie over internationalisering van de studentenverenigingen en over 'Tilburg: studentenstad'. Het debat werd in goede banen geleid door onze collega Maurits Barendrecht. Omdat die zijn 'mediation skills' niet nodig had, was er des te meer plaats voor zijn gevatte humor.
Na het debat volgden een begeleide wandeling door Antwerpen (tja, 't kan niet allemaal Brugge zijn hé), een ontvangst met speech en borrel op het 'Schoon Verdiep' van het Stadhuis en een diner in de 'Marmeren Zaal' van de Zoo. Dat laatste woord hoeft overigens in Vlaanderen niet op zijn Engels te worden uitgesproken maar gewoon als 'zo'.
Tijdens het debat, en tijdens vele gesprekken de hele dag, hoe divers onze verenigingen zijn en welk breed speelveld zij bedienen in onze universiteit, maar ook hoe professioneel ze worden geleid. Nu zal ik niet beweren dat dit wezenlijk anders is dan in bijvoorbeeld Vlaanderen, maar er zijn toch verschillen. Zo zijn onze verenigingen zeker strakker geleid en beter gestructureerd dan de Vlaamse. In Vlaanderen ligt, hoe kan het anders, het accent meer eenzijdig op wat we hier 'gezelligheidsverenigingen' noemen. In Vlaanderen heet zoiets gewoon 'studentenverenigingen'.
Oh ja, ik vraag me nog af wat de Antwerpse apen moeten gedacht hebben dat ze nu 's avonds bezoek kregen van een stel in driedelig pak en mantelpakken gestoken buitenlandse jonkies, begeleid door een sjofel geklede ietwat ouderwordende Vlaming. Gelukkig waren er ook nog studenten van de Geesteswetenschappen waarbij die man zich kon aansluiten. Het deed me denken aan mijn studententijd, toen ik rechten en geschiedenis 'deed' en er in de rechten, met dezelfde kleren aan, als links en in de geschiedenis als rechts werd beschouwd. Sommige dingen zijn dus in alle landen hetzelfde: niet altijd wordt de aap aan zijn kleren herkend.