woensdag 12 november 2008

Nu kunnen ze kaarten

We mogen ons weer vervuld voelen met 'plaatsvervangende trots'. Sinds gisteren prijkt het bericht op onze website: onze collega Monica Claes is benoemd tot lid van de Jonge Akademie.
Deze 'jongerenafdeling' van de eigenlijke KNAW bestaat sinds een viertal jaar. Elk jaar worden tien nieuwe leden geselecteerd. Het betreft aankomende, of al 'aangekomen' toppers die nog geen tien jaar geleden zijn gepromoveerd.
Dat Monica deze eer te beurt valt, is zeker geen totale verrassing. Met het verwerven van een royale subsidie van het Europese Onderzoeksfonds zorgde zij al voor een belangrijke primeur in onze faculteit. Haar onderzoek is innoverend, actueel én van hoog internationaal niveau. Samen met collega Jan Smits heeft zij het voorbije jaar een waar topteam van jonge, internationale onderzoekers samengebracht bij Ticom waarvan we veel mogen verwachten.
Mij doet het bijzonder plezier dat dit Monica te beurt valt. Niet zozeer omdat zij een landgenote is van me - voor een Bruggeling eindigt chauvinisme immers een kilometertje of zo buiten de middeleeuwse stadsomwalling - maar omdat zij zelfs een jaar- en studiegenote uit Leuven is. Meteen is haar benoeming ook voor mij een officiële erkenning van het feit dat ik me nog jong mag noemen.
Monica is overigens niet de eerste hoogleraar van de faculteit die tot de Jonge Akademie doordringt. Ook Bert-Jaap Koops is al een tijdje lid. Met Jan Vranken en Marc Groenhuijsen erbij als leden van de 'grote' Akademie levert FRW dus een klavertje vier aan het Trippenhuis. Of zoals we in Vlaanderen zouden zeggen: 'nu kunnen ze kaarten'.