Voor velen onder ons is de vakantie in aantocht, en nu het mooie weer is doorgebroken voelt het ook zo. De tentamens raken afgerond, de laatste grote vergaderingen en bestuurlijke beslissingen staan voor de komende week gepland, maar iedereen begint er wat ontspannen bij te lopen. En het is daarbij altijd mooi als het jaar op een hoogtepunt mag eindigen.
Dat was vrijdag zeker zo voor het Departement Encyclopedie en Rechtsgeschiedenis. Vrijdagmiddag stond immers de promotie van Tessa Leesen op de tabellen. Voor een goed gevulde aula verdedigde ze in prachtig Oxbridge Engels op de zangerige tonen van een rasechte Belgisch-Limburgse haar proefschrift. De jury spaarde de moeilijke vragen niet, maar kon aan de ijzersterke voorbereiding en vakbeheersing van de kandidaat niet voorbij.
Tessa, een oud-historica van vorming, schreef op vier jaar een prachtige thesis over één van de grote knelpunten in het Romeins recht: de vraag naar het ontstaan van de twee grote rechtsscholen, de Sabinianen en de Proculianen in de vroege keizertijd. Het is een vraagstuk dat generaties Romanisten heeft bezighouden maar dat door niemand tot nog toe op een overtuigende manier is beantwoord. Tot 'onze Tessa' kwam, zag en overwon.
Dat komen, zien en overwinnen ging iets minder moeiteloos dan Caesar met deze uitdrukking wilde doen vermoeden. Zoals gezegd is Tessa een historica, geen juriste, en de studie van de rechtsscholen veronderstelt een grondige analyse van tientallen technische problemen van Romeins privaatrecht. Toen Tessa een kleine vijf jaar geleden bij ons kwam is ze dan ook hard aan de slag gemoeten om vat te krijgen op de materie, en ze slaagde daarin met de hulp van haar copromotor Olga Tellegen. Maar het succes van haar studie ligt niet daarin, maar in het feit dat zij als eerste op rigoreuse manier de historische bronnenkritiek toepaste op dit vraagstuk. Het resultaat is een waar voorbeeld van interdisicplinair onderzoek, en van de originele resultaten die dat kan opleveren.
Tessa Leesen mag terecht trots zijn op haar prestatie. Ik heb in mijn korte academische loopbaan weinigen gezien die zich zo hebben ingezet als zij. De groeicurve die zij de voorbije vier-vijf jaar heeft doorgemaakt is ronduit indrukwekkend. Maar dat betekent geenszins dat zij alleen aandacht had voor haar onderzoek. Zowel binnen de rechten als liberal arts ontpopte Tessa Leesen zich tot een gewaardeerd docent. En in een departement met fijne mensen, mag zij als één van de fijnste gelden. Altijd behulpzaam, altijd zorgzaam voor studenten en collega's, altijd klaar met een een vriendelijk woord of een duwtje in de rug.
Tessa, bedankt voor alles wat je voor ons hebt gedaan en betekend. En ik beloof nu zeker een week geen Limburgermoppen meer te vertellen.
Een fiere promotor.