Vorige week, op een avond, blokkeerde plots een aantal stoelen de weg tussen mijn kamer en die van Mat. Ons aller Hein Coppes was immers druk doende om de rode stoelen van zijn oude naar zijn nieuwe kamer te slepen, en te vervangen door de meer standaard groene stoelen. Of het voor hem een soort rite was waarmee hij definitief de knop omzette van secretaris van het Faculteitsbureau naar Hoofd Onderwijs en Internationalisering, weet ik niet. Maar voor mij was het wel het moment waarop ik besefte: 'Er vertrekt hier een stuk van het vaste meubilair'.
Vertrekken doet Hein natuurlijk niet, het is eerder terugkeren voor hem. En 'vast' meubilair kan je hem niet noemen op de functie waar hij 'zat'. Daarvoor 'zat' hij niet genoeg, en 'zat' hij zeker niet lang genoeg. Maar in de bijna 8 maanden dat ik nu decaan ben geweest, was hij voor mij altijd een steun en toeverlaat. De secretaris van de Faculteit is zowat de sluiswachter van alles wat door de 2de verdieping stroomt. Hij/zij beheerst en beheert het besluitvormingsproces in administratieve termen, volgt alles op, haalt alles op het juiste moment boven of stopt het weg, en zorgt dat iedereen van iedereen weet wat hij weten moet. Hein oefende deze functie discreet, vakkundig en met veel gevoel voor nuance en menselijkheid uit. Bovendien diende hij met zijn enorme geheugen en brede visie het bestuur vaak van advies. Hij zal het dan ook bijzonder goed doen als afdelingshoofd van Onderwijs en Internationalisering.
Waarom Hein nu zo graag die stoelen mee sleepte weet ik niet. Hij heeft straks wellicht nog minder tijd om ernaar te kijken of in te zitten. Verkiest hij rood boven groen uit politieke overwegingen? Of is het omdat rood de kleur is van de passie? Natuurlijk bedoel ik die welke hij voor zijn werk voelt.
Hoe dan ook, bedankt Hein.