Eind vorige week organiseerde collega Reinout Vriesendorp (Privaatrecht) bij zich thuis een dineertje voor de hoogleraren met een meer dan halftijdse aanstelling aan onze faculteit. Een kleine twintig collega's tekenden present voor wat een gezellige, ongedwongen avond was.
Hiermee nam Reinout een erg mooi initiatief. De voorbije jaren is onze faculteit enorm gegroeid. Het aantal hoogleraren is daar één uiting van. Ik herinner me toen ik tien jaar geleden bij de faculteit kwam, dat er sprake was van een kleine 30 hoogleraren. Bij zijn afscheid als decaan in juni sprak Philip Eijlander van 50. In feite zijn het er net geen 60. En die groei weerspiegelt, bijna, de algehele groei van onze staf.
Eén en ander betekent dat op die tien jaar de dagelijkse werkomgeving voor de meeste personeelsleden is veranderd. Waar dit vroeger de faculteit was, is dit nu het departement, het instituut of het bureau geworden. Op zich is dat normaal, maar het mag niet betekenen dat het facultaire gevoel, de verbondenheid met de faculteit als geheel, zou verdwijnen. Daarom zal het bestuur de komende jaren de bestaande initiatieven om mensen samen te brengen verderzetten, en nieuwe initiatieven nemen.
Maar wat Reinout deed is nog mooier. Wat kan men zich als bestuur immers beter dromen dat je plannen al worden verwezenlijkt 'van onderuit' van voor je ze hebt geuit. Bedankt, Reinout. Met je stap heb je getoond dat de facultaire 'esprit de corps' nog springlevend is.