woensdag 10 september 2008

Cultuurverschillen

Na negen jaar werken aan de Universiteit van Tilburg, word ik nog altijd met de regelmaat van de klok geconfronteerd met de vraag wat nu het grootste verschil is tussen Nederland en Vlaanderen. In die jaren heb ik al vele antwoorden gegeven, maar het meest eerlijke én juiste blijft toch: de lunch.
Het is niet dat de lunch in het ene land belangrijker zou zijn dan het andere. Zeer zeker niet. In beide landen en hun academische werelden is en blijft de lunch het centrale punt van de werkdag, en dat in meer dan één zin.
In Vlaanderen is de lunch een eufemisme voor een sociaal-economisch gebeuren waarbij een aanzienlijk deel van het die dag verdiende salaris wordt teruggepompt in één van Vlaanderens sterkste en permanent sterkst groeiende sectoren. Het is daarbij duidelijk dat het meestal om eigen, privaat geld gaat en dat niemand er zou aan denken dat te 'declareren', tenzij bij de fiscus. De lunch begint ergens tussen 12 en 1 en duurt al snel een 'half dagdeel'. Water dient er vooral om de wijn aan te lengen, maar met mate(n). Om praktische, financiële en gezondheidsredenen wordt de lunch beperkt tot één- of tweemaal per week. Om de verleiding te weerstaan blijft de rechtgeaarde academicus de andere dagen thuis werken.
Maar ook het Nederlands academisch milieu is verslaafd aan de 'lunch'. Dit geldt zeker voor onze faculteit. Binnen gebouw M kan er zowat elke dag wel ergens worden aangeschoven. Er zijn de Eer-lunchen, de CTLD-colloquia, de hooglerarenlunchen, de onderwijslunchen, de CVW-lunchen en ga nog zo maar even door. De ingrediënten zij erg verschillend, maar wat er altijd naast melk op het menu staat, is een lezing, liefst met vraagstelling. De lunch zelf is er doorgaans op voorzien dat na enkele minuten niemand nog met volle mond een vraag moet stellen.
Een mens leeft tenslotte niet van brood alleen. Dat weet men in beide landen. De invulling is evenwel lichtjes anders.