Het jaar 2009 levert onze Faculteit een grote oogst op in aantal promoties. Nu is al zeker dat we de 20 zullen halen; ook voor 2010 ziet het er goed uit. Maar de oogst is niet alleen groot, ze is ook bijzonder mooi. De kwaliteit van de proefschriften is dit jaar zonder meer erg hoog. Dat bleek al bij de scriptieprijs waar we moesten kiezen uit drie proefschriften die recent 'cum laude' hadden behaald voor de nominaties uit de Rechtenfaculteit, en we twee boeken in competitie brachten die volgens insiders in elk ander jaar hadden gewonnen.
Van die hoge kwaliteit zagen we vorige vrijdag nog eens een voorbeeld. Na Maartje de Visser begin 2009 en Raymond Kubben net voor de zomer was het aan Melvin Pauwels om de 3de keer het 'cum laude' door de aula te doen weerklinken voor een juridisch proefschrift in 2009. Dit hoge aantal 'cum laudes' heeft niets te maken met grotere soepelheid, wel integendeel. Naarmate het aantal 'cum laudes' stijgt ontstaat bij mij en anderen juist de neiging om nog meer terughoudend te zijn bij het toekennen van dit label van 'uitzonderlijke kwaliteit'.
Melvin Pauwels haalde deze lat overduidelijk met zijn boek over terugwerkende kracht in de belastingwetgeving. Ik moet toegeven dat toen ik indertijd het vak Fiscaal Recht genoot bij thans oud-collega Frans Vanistendael en mij verloor in uitzonderingen op uitzonderingen op regels die ik al lang weer was vergeten tegen de tijd dat ik die uitzonderingen begreep, ik nauwelijks had kunnen bevroeden dat deze rechtstak zich zo kon lenen tot fundamentele en interessante rechtstheoretische beschouwingen. Maar ik kende toen de 'Tilburgse traditie' met mensen als Richard Happé en Hans Gribnau evenmin als ik het belastingrecht kende.
Zoals één van de commissieleden opmerkte is dit boek een prachtig voorbeeld van het samengaan van positief recht met rechtstheorie. In het boek van Pauwels wordt de theorie getoetst aan de praktijk en erdoor verrijkt. De breedte van de opzet en de intellectuele ambities die aan Pauwels' studie ten gronde liggen kwamen ook tot uiting in de vraagstelling en de verdediging. Of het nu om een technische casus ging of een fundamentele beschouwing van één van de commissieleden, rustig en afgemeten wist Melvin Pauwels zijn benadering en zijn conclusies overeind te houden in antwoorden die zelf voor de leek als mijzelf goed te begrijpen waren. Na twee fiscale promoties van hoog niveau die ik dit jaar mocht voorzitten ga ik straks nog eens teruggrijpen naar mijn fiscale studieboek van weleer denk ik. Misschien heb ik toch niet alles goed gelezen.